Het vliegend hert (Lucanus cervus) is de grootste Nederlandse kever. Vooral de mannetjes spreken tot de verbeelding, zij zijn tot wel 9 cm groot en hebben immense gewei-vormige kaken. Deze indrukwekkende kaken worden slechts gebruikt om rivaliserende mannetjes en gewillige vrouwtjes te imponeren en niet om mee te eten. De vrouwtjes zien er minder opvallend uit, ze missen deze markante kaken en zijn veelal een stuk kleiner.
Het vliegend hert heeft zijn naam te danken aan die imposante kaken van de mannetjes die lijken op een hertengewei. Ook de wetenschappelijk naam is hiervan afgeleid: Cervus is de geslachtsnaam voor herten, de wetenschappelijk naam voor edelhert is Cervus elaphus.
Het vliegend hert is, voor de ontwikkeling van haar larven, afhankelijk van door schimmels aangetast rottend eikenhout. Vroeger was dit aanwezig in de vorm van langzaam wegkwijnende zeer oude eiken. Deze zijn er al lang niet meer in Nederland. De plaatsen waar de soort de laatste 200 jaar heeft kunnen overleven in ons land zijn de plekken waar dit type hout min of meer kunstmatig aanwezig was. Veelal in de vorm van hakhout cultuur. Hier bleven stompen staan die uiteindelijk wegrotten. Het verspreidingsgebied is daardoor beperkt.